WONEN IN ITALIË – Oude mensen
Oude mensen horen er hier helemaal bij. Tot hun laatste snik worden opa's en oma's onder de hoede van hun kinderen genomen. Tenminste dat is wat ik zie in Mombarcaro en in mijn Italiaanse vriendenkring.
Naast mij woont de familie Piccinini uit Genua. De zomer brengen ze in hun huis hier door. Eerst kwam de dochter met haar gezin aan, toen haar ouders, Silvana en Edoardo, zestigers, en vervolgens kwam een ambulance voorrijden.
Een verpleegster stapte uit vergezeld van Bruna, de Albanese 'badante' (verzorgster) van oma. Nonna werd op een brancard het huis binnengebracht, gevolgd door een rolstoel, zuurstofflessen, pakketten papieren luiers en medicijnen.
De hele zomer zag ik nonna onbeweeglijk in de tuin zitten. Onder een grote parasol, terwijl om haar heen
haar achterkleinkinderen ravotten en haar familie druk over haar hoofd heen met elkaar in gesprek was.
In augustus was Bruna een maand naar haar familie in Albanië en namen Silvana en haar dochter de zorg voor oma over. En dat betekende haar als een kind verzorgen. Uit bed halen, verschonen, wassen en aankleden. Haar eten voeren en haar dan zo comfortabel mogelijk in haar stoel in de tuin neerzetten, waar ze dan een groot deel van de dag zat.
Af en toe stond Don Aldo voor het hek om de communie toe te dienen. Of ze er allemaal van gediend was, weet niemand want ze kon niet meer praten.
Ook mijn andere buren hadden tot afgelopen winter een oma in huis, net zoals de moeder van Silvana volledig afhankelijk. Ook de moeder van Guglio kon niet meer praten, niet meer lopen, kon helemaal niets meer. Zijn vrouw, Grazia, heeft haar tot haar dood verzorgd.
Grazia kon nooit lang van huis weg want nonna had voortdurend zorg nodig. Toen ze griep kreeg, liep dokter Valesano de deur plat. Grazia ging steeds opnieuw medicijnen halen en voor het slapen gaan werd er met een apparaat bij haar bed gestoomd, om haar meer lucht te geven.
Lichtten haar ogen nog lang op als ik binnenkwam, de laatste weken voor haar dood keek ze alleen nog maar naar het plafond. De hele dag gezeten in de comfortabele leunstoel die Grazia en Guglio voor haar hadden laten komen.
Wat heeft dat nou toch nog voor zin? riep Guglio die mij hielp in mijn moestuin, toen hij nonna Piccinini uit Genua zag aankomen. Voor nonna is het een bezoeking en ook voor de familie die haar moet verzorgen, mopperde hij. Maar ja, wat dan?
De vrouwen hielden van hun moeder en schoonmoeder en daarom konden ze het opbrengen. Dat heb ik wel gezien toen de oma van de overkant dood ging. Grazia was ontroostbaar. En toch kon ze overdag geen stap doen zonder rekening te houden met nonna die daar in die stoel zat. Ze deed het vol liefde en zo ook Silvana. Ook haar moeder is een paar weken geleden overleden.
Petje af voor deze vrouwen.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.